Niemand vertegenwoordigt het impressionisme met meer talent en met meer autoriteit dan Berthe Morisot….. Deze woorden van Gustave Geffroy las ik jaren geleden toen ik me tijdens mijn studie kunstgeschiedenis verdiepte in het impressionisme. Op de universiteit hadden we kort stilgestaan bij deze 19-e eeuwse moderne stroming, maar er was geen enkele vrouwennaam gevallen als vertegenwoordiger. Geffroy was niet de minste, naast kunstcriticus was hij ook een van de eerste biografen van Claude Monet. En uitgerekend Monet wordt door de kunstgeschiedenis gezien als een van de meest pure impressionisten. Ik wilde het fijne hiervan weten – een vrouw temidden van al die mannen namen …..
Mijn fascinatie voor Berthe Morisot heeft me nooit meer losgelaten. Ik ben in haar voetsporen getreden, heb menig tentoonstelling bezocht en in mijn bibliotheek bevindt zich nagenoeg elk boek dat over haar is verschenen. Tijd voor een eigen boek, een biografie waarin ik haar neerzet als een pionier van het impressionisme. Want dat was zij zeker! Manet, Monet, Renoir, Degas en veel andere kunstenaars kregen hun impressionistische inspiratie uitgerekend van haar.
De biografie heeft nog geen lanceer datum. Nog even geduld dus, maar ondertussen kun je de online lezing over haar dochter Julie Manet on-demand volgen: KLIK HIER. Of je aanmelden voor de online cursus Vrouwelijke Impressionisten waar ik Berthe Morisot naast veel andere vrouwen voor het voetlicht plaats. Meer informatie: https://www.vrouwelijkeimpressionisten.nl
Als je op de hoogte wilt blijven van de ontwikkelingen rond de biografie van Berthe Morisot kun je vrijblijvend je naam en emailadres achterlaten in onderstaand formulier. Zodra het onderzoek- en schrijfproces van start gaat, zal ik belangstellenden af en toe een berichtje sturen. En uiteraard ben je de eerste die een mail krijgt als het boek gereed is.
© 2019 Karin Haanappel
Heb je vragen of wil je mij boeken voor een lezing, stuur een mailtje naar: teamkarinhaanappel@gmail.com
Beknopte biografie
Berthe Morisot (1841-1895) kwam uit de gegoede burgerij en zoals destijds gebruikelijk was, kregen meisjes in deze kregen schilder- en tekenlessen tijdens hun opvoeding. Uiteraard was het niet de bedoeling dat vrouwen professioneel kunstenaar zouden worden. Berthe en haar zussen waren echter talentvol en leergierig. Een van hun leraren heeft eens de volgende woorden geschreven aan hun moeder: Uw dochters hebben een bijzonder karakter en dat betekent dat mijn lessen als effect zullen hebben dat deze kunst meer is dan ontspanning voor hen: het zullen echte schilders worden. Beseft u wat dat betekent, madame Morisot, in uw milieu – de hoge burgerij, zou dat een revolutie zijn, ik zou haast zeggen een catastrofe! Weet u heel zeker dat u de kunst nooit zult vervloeken, die het bestaan van uw kinderen volledig zal beheersen. Berthe’s beide zussen trouwden en legden na hun huwelijk hun penselen neer en schilderden nooit meer. Het vooruitzicht van nooit meer schilderen vond Berthe geen optie. Zij sloeg menig huwelijkskandidaat af. Toch is zij in 1874 getrouwd met een man die haar niet alleen liet schilderen, maar er ook op stond dat zij dit onder haar eigen naam bleef doen.
In 1864 exposeert Morisot voor de eerste keer op de Salon. Al geruime tijd schildert zij in een authentieke, losse stijl (die later als impressionistisch zal worden aangeduid). Haar manier van schilderen was voor die tijd zeer vernieuwend. Tegenwoordig wordt Manet gezien als de grote vernieuwer en dat is niet zonder reden. Hij was de zwager van Morisot. Het was haar man, Eugène Manet, die zijn vrouw op het hart drukte altijd onder haar eigen naam te blijven werken.
In 1868 ontmoette Berthe Morisot de schilder Édouard Manet (1832-1883), hij had aan een wederzijds bevriende kunstenaar, Henri Fantin-Latour (1836-1904), gevraagd of hij geïntroduceerd kon worden bij de zusjes Morisot. Manet was namelijk erg onder de indruk van Berthe Morisot, zowel van haar verschijning als haar schilderkunst. In een brief aan Fantin-Latour zei Manet na zijn ontmoeting: Ik ben het volledig met je eens … de zusjes Morisot zijn verrukkelijk‘. Hij vroeg haar of zij zijn leerlinge wilde worden, maar Morisot weigerde. Er was geen enkele noodzaak om leerlinge te worden van een kunstenaar wiens werken overwegend werden afgewezen. Bovendien werden haar werken niet alleen toegelaten in de Salon, zij werden ook verkocht. Dat impressionistische schilderijen van vrouwelijke kunstenaars wel werden toegelaten in de Salon en die van mannelijke kunstenaars niet, lijkt op het eerste gezicht misschien heel vreemd. Maar nadere bestudering van deze tijd wijst uit dat men in de 19e eeuw het impressionisme juist zag als een vrouwelijke manier van schilderen, omdat het schetsmatig was en niet volgens de principes van de academie was geschilderd. Vrouwen mochten niet studeren aan de Académie des Beaux-Arts (waarom kun je nalezen in mijn boek ‘Herstory of Art’) waardoor zij ook geen ‘bien-fini’ schilderij konden maken. Het schetsmatige werk van vrouwelijke kunstenaars bevestigde hun onkunde in de ogen van de academici en daarom was een veelgehoorde uitspraak L’Impressionnisme est feminin.
Tijdens de eerste tentoonstelling van de impressionisten in 1874 exposeerde Morisot twee schilderijen die heel positief werden ontvangen. In ‘Le Siècle’ van 29 april verscheen deze recensie van Jules Castagnary: Berthe Morisot heeft het in haar vingers, vooral in haar vingertoppen. Wat een fijn en artistiek gevoel! Je kunt geen gracieuzere afbeeldingen vinden die met meer overleg en delicater zijn behandeld dan ‘De wieg’ en ‘Verstoppertje spelen’. Ik wil er nog aan toevoegen dat de uitvoering ervan volledig overeenstemt met het idee dat moest worden uitgedrukt.
In hetzelfde jaar, op 22 december 1874, trouwde Berthe Morisot met Eugène Manet (1833-1892), de jongere broer van Édouard. In een brief schreef Berthe: Ik heb een eerlijke en perfecte jonge man gevonden, die oprecht van mij houdt. Ik ben de positieve kant van het leven binnengekomen na zo’n lange tijd van hersenschimmen… Het was een huwelijk gebaseerd op wederzijdse liefde. Berthe kon blijven schilderen onder haar eigen naam en Eugène deed niets liever dan het werk van zijn vrouw nog meer op de markt brengen. In 1878 werd hun enige kind, Julie Manet (1878-1966) geboren. Dochter Julie werd al snel een van Berthe’s favoriete onderwerpen waardoor wij een intieme blik krijgen op hun gezinsleven. In 18 jaar huwelijk maakte Berthe Morisot meer dan 350 schilderijen, wat ongehoord veel is in die tijd voor een getrouwde vrouw!
Tegen het eind van zijn leven werd de gezondheid van Eugène Manet steeds slechter, uiteindelijk stierf hij in 1892. Berthe Morisot was door verdriet overspoeld zoals blijkt uit haar brief: Ik eindig mijn leven in het weduwschap dat jij als jonge vrouw hebt gekend. Ik noem het geen isolement, want ik heb Julie immers, maar er is toch een soort eenzaamheid, want in plaats van me te laten gaan, moet ik me beheersen om haar de aanblik van mijn verdriet te besparen. Drie jaar later stierf Berthe Morisot aan de gevolgen van een longontsteking, waardoor Julie Manet op de leeftijd van 16 jaar een weeskind werd. De bevriende dichter Stéphane Mallarmé (1842-1898) werd haar voogd. In haar dagboek ‘De impressionistische wereld van Julie Manet’ kunnen we lezen hoe hecht de groep impressionisten was, al waren er weleens woordenwisselingen als het erop aan kwam, stonden ze voor elkaar klaar. Julie Manet beschrijft op een liefdevolle en ongedwongen manier hoe zij op bezoek ging bij o.a. Monet, Renoir, Degas en Mallarmé. Net als haar moeder had Julie een passie voor schilderen en zij werd hierin ondersteund door de collega’s van haar moeder. In 1900 trouwde zij met de kunstenaar Ernest Rouart (1874-1942), zij kregen samen 3 zonen waardoor Julie Manet weinig tijd had om professioneel te blijven schilderen.
Niemand vertegenwoordigt het impressionisme met meer talent en met meer autoriteit dan Berthe Morisot….. Gustave Geffroy had gelijk toen hij deze woorden schreef, het wordt tijd dat de kunsthistorische wereld dat ook inziet en dat Morisot uit de schaduw treedt van haar mannelijke collega’s!
© 2000-2019 Karin Haanappel